Beleid beschermings-
maatregelen: Onder curatelestelling
De Nederlandse wet kent een drietal zogenaamde beschermingsmaatregelen voor meerderjarigen; de ondercuratelestelling, het beschermingsbewind en het mentorschap. De maatregelen hebben allen tot doel hebben om de betrokkene zelf én derden te beschermen.
Wat is een beschermingsmaatregel?
De maatregelen zijn alleen voor meerderjarigen bedoeld omdat voor minderjarigen een afzonderlijke regeling geldt. Minderjarigen zijn bekwaam rechtshandelingen te verrichten met toestemming van hun wettelijk vertegenwoordiger, ouder(s) of voogd(en).
Voor meerderjarigen (18+) geldt dat zij handelingsbekwaam worden geacht, tenzij de wet anders bepaalt. Indien een beschermingsmaatregel is opgelegd, wordt de desbetreffende persoon niet langer handelingsbekwaam geacht. De reikwijdte van deze handelingsonbekwaamheid, hangt af van de maatregel die is opgelegd. De handelingsonbekwaamheid heeft in ieder geval tot gevolg dat de persoon aan wie de maatregel is opgelegd, niet zelfstandig kan handelen maar daarbij (afhankelijk van de maatregel), afhankelijk is van zijn/haar curator, bewindvoerder dan wel mentor.
Dat beschermingsmaatregelen uitsluitend gelden voor meerderjarigen, betekent niet dat er gewacht dient te worden met het verzoeken van een maatregel totdat de betreffende persoon de 18-jarige leeftijd heeft bereikt. Ook vóór het bereiken van deze leeftijd kan een verzoek worden gedaan. Bij toewijzing ervan, gaat de maatregel automatisch werken vanaf het moment waarop de desbetreffende persoon de meerderjarige leeftijd heeft bereikt. Een beschermingsmaatregel kan dus worden aangevraagd als vervolg op een kinderbeschermingsmaatregel.
Wanneer kan welke beschermingsmaatregel worden ingesteld?
Zoals aangegeven kent Nederland drie beschermingsmaatregelen. Onderstaand worden de verschillen en overeenkomsten tussen deze maatregelen belicht.
Ondercuratelestelling
Een ondercuratelestelling is de meest vergaande beschermingsmaatregel. De maatregel kan worden opgelegd indien:
- Iemand tijdelijk of duurzaam zijn of haar belangen niet behoorlijk kan waarnemen;
- Zijn of haar veiligheid of die van anderen in gevaar brengt wegens een lichamelijke of geestelijke stoornis of wegens drank- of drugsmisbruik.
De oorzaak van een ondercuratelestelling kan verschillend zijn. Niet alleen verslavingsproblematiek kan een rol spelen, ook een ziekte, ouderdom, problematische schulden of geestelijke- dan wel andere beperkingen kunnen het noodzakelijk maken om een ondercuratelestelling te verzoeken.
Curatele is in ieder geval bedoeld voor personen die zowel hun financiële als andere persoonlijke belangen niet meer kunnen behartigen. De maatregel valt als meest vergaand aan te merken, omdat de onder curatele gestelde zijn handelingsbekwaamheid volledig verliest. Als een handeling niet is verricht met toestemming van de curator, is deze vernietigbaar. Het is de curator die de curandus (diegene die onder curatele is gesteld) zowel in- als buiten rechte vertegenwoordigd.
Provisionele bewindvoering
Soms is het nodig dat er onmiddellijk maatregelen worden genomen. De rechter die over het verzoek om ondercuratelestelling moet beslissen, kan dan iemand benoemen die voorlopig de belangen van de curandus (de onder curatele te stellen persoon) behartigt. Zo iemand wordt de provisionele bewindvoerder genoemd. Alle taken die de curator heeft, kunnen ook aan de provisionele bewindvoerder worden gegeven. De taak van de provisionele bewindvoerder eindigt als de curator met zijn taak begint of als de rechter de aanvraag voor ondercuratelestelling afwijst.
Beschermingsbewind
Beschermingsbewind kan worden ingesteld over één of meerdere goederen van een meerderjarig persoon die niet in staat is om ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Dit kan een gevolg zijn van tijdelijke- of duurzame lichamelijke- of geestelijke beperkingen maar ook vanwege verkwisting dan wel het hebben van problematische schulden. Over de goederen waarover het bewind is uitgesproken, mag de betrokkene niet meer zelfstandig beschikken. De betrokkene kan dit alleen met toestemming van de bewindvoerder.
Mentorschap
Mentorschap biedt bescherming aan meerderjarigen voor wat betreft hun immateriële belangen. Dat wil zeggen, de maatregel biedt bescherming op het vlak van verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. De maatregel kan noodzakelijk worden geacht indien iemand tijdelijk dan wel duurzaam niet in staat moet worden geacht om deze belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zélf behoorlijk waar te nemen. In dat geval vertegenwoordigt de mentor de betrokkene in en buiten rechte op voornoemde vlakken.
Wie kan een beschermingsmaatregel aanvragen?
Wie een beschermingsmaatregel kan aanvragen, hangt af van de maatregel.
Ondercuratelestelling
Voor een ondercuratelestelling bepaalt artikel 1:379 lid 1 BW dat de navolgende personen een verzoek bij de rechtbank kunnen indienen:
- De persoon voor wie de maatregel is bedoeld;
- de echtgenoot of andere partner:
- familieleden (bloedverwanten) tot in de 4e graad; dit zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten;
- degene die het gezag over de betrokken persoon heeft. Bijvoorbeeld de voogd, als de betrokkene nog jonger is dan 18 jaar (minderjarig);
- de bewindvoerder of mentor van de betrokkene;
- de instelling die de betrokkene verzorgt of begeleidt:
- de officier van justitie.
Beschermingsbewind
Wie een verzoek tot het uitspreken van een beschermingsbewind in kan dienen, staat vermeld in artikel 1:432 lid 1 BW.
Het betreffen:
- De persoon voor wie het bewind is bedoeld (de betrokkene);
- de echtgenoot of andere partner;
- familieleden (bloedverwanten) tot in de 4e graad; dit zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten;
- degene die het gezag heeft. Bijvoorbeeld de voogd, als de betrokkene nog jonger is dan 18 jaar (minderjarig);
- de curator of de mentor van de betrokkene;
- de instelling die de betrokkene verzorgt of begeleidt;
- de officier van justitie;
- het college van burgemeester en wethouders van de woonplaats van de betrokkene. Het college kan bewind aanvragen als de betrokkene geld verspilt en/of in de problemen zit door schulden.
Mentorschap
Voor het mentorschap staan de tot aanvraag bevoegde personen / instanties, vermeld in artikel 1:451 lid 1 BW. Het betreffen:
- De echtgenoot of andere partner;
- familieleden (bloedverwanten) tot in de 4e graad; dit zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten;
- degene die het gezag over de betrokken persoon heeft. Bijvoorbeeld de voogd, als de betrokkene nog jonger is dan 18 jaar (minderjarig);
- de curator of de bewindvoerder;
- de instelling die de betrokkene verzorgt of begeleidt;
- de officier van justitie.
Bekendmaking beschermingsmaatregel
De ondercuratelestelling dient binnen 10 dagen te worden gepubliceerd in de Staatcourant. In het curatele- en bewindregister worden de volgende beschermingsmaatregelen geregistreerd:
- Ondercuratelestellingen;
- beschermingsbewinden wegens verkwisting of problematische schulden;
- beschermingsbewinden wegens lichamelijke of geestelijke toestand waarvan de kantonrechter heeft besloten dat die in het register geregistreerd dienen te staan.
Het mentorschap hoeft niet gepubliceerd te worden. De curator of bewindvoerder verzorgt het publiceren.